Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [22]Zij gapen met hun mond tegen mij; zij slaan met smaadheid op [23]mijn kinnebakken; zij [24]vervullen zich te zamen aan mij. 22. Hij meent de werktuigen, of instrumenten, die God gebruikte om hem door velerlei kastijdingen te beproeven; maar voornamelijk schijnt hij te zien op Elifaz en zijn metgezellen, die tegen hem den mond opengedaan hadden om hem schandelijk te veroordelen, als een, die verlaten was van God. Vergelijk Ps.35:21. 23. Dat is, doen mij spijtige verachting aan. Zie 1 Kon.22:24. 24. Dat is, verzadigen hun toorn, of koelen hun moed. Zie een gelijke manier van spreken Ex.15:9 en vergelijk de aantekening. Anders, zij hebben zich tezamen tegen mij met menigte vergaderd.